Daar sta ik dan op perron 3 van Utrecht CS
Maandagavond in november. Een bos bloemen lichtjes tegen mijn borst aangedrukt.
Eerder deze avond namen mijn opdrachtgever Participe en ik afscheid van elkaar. Dat doen ze goed bij Participe. Een ritueel maken van vertrekkende collega’s. Ook vaste medewerker Wilma en mede-interimmer Martijn namen vanavond afscheid van een groep collega’s.
Het afscheidsritueel draait gevoelsmatig toch het meest om Wilma. Zij werkte jarenlang voor de organisatie. Zij had een belangrijke rol in de jaren dat het de organisatie goed ging; in de periode dat het voortbestaan van de organisatie ter discussie stond; en nu ze weer is opgekrabbeld.
Deze organisatorische wederopstanding is ook een thema van deze avond. De fases van rouw en betekenisgeving van het pijnlijke verlies van de oude organisatie ligt voor de meesten alweer ver achter zich. De ‘nieuwe’ bestuurder is ook al anderhalf jaar geleden verwelkomd en lijkt stevig gehecht met zijn managementteam en met de rest van de organisatie. Volgens de theorie van de transitiecirkel van (Veenbaas/Weisfelt/Bowlby/Kohlrieser) ligt voor hen nu de fase van intimiteit in het verschiet. De randvoorwaarden zijn gunstig: er zit weer flink wat kleur op de wangen; er is weer zelfvertrouwen in de gehéle organisatie; en het tij is preventie in het sociaal domein ten gunste gekeerd.
Enfin .... Bloemen; lekkere hapjes; zoete woorden van dank door bestuurder en managers; uiteraard speeches van de drie vertrekkers; en cadeautjes. Het hoort allemaal bij het ritueel. Het is belangrijk voor het afscheid. Zowel voor de vertrekkers als voor de achterblijvers. De verantwoordelijkheden zijn nu ceremonieel overgedragen. De dynamiek van de organisatie wijzigt hiermee en dat hebben we - in dit geval - vanavond verwelkomd.
Mijn verantwoordelijkheden betroffen met name het strategieproces. Deze droeg ik vanavond over aan bestuurder Marcel en zijn managementteam. Ik laat los. Loslaten van hetgeen ik waar ik een jaar lang in mijn hoofd bijna ’24/7’ mee bezig was. Dit spraken we af toen ik begon aan deze opdracht. En zo hoort het ook. Het strategieproces is van de organisatie. Als externe ben ik slechts ‘the firestarter’. We spraken het af. Maar toch.. in mijn hoofd zit geen schakelaar die ik zomaar om kan zetten. Dit wordt een proces. Mijn rouwfase, volgens Veenbaas e.a.
Dik een jaar pendelde ik heen en weer tussen mijn woonplaats Bilthoven en de locaties in Alphen aan den Rijn, Delft, Amstelveen en Oude Wetering. Om met ruim 100 sociaal collega’s ‘samensturend’ te komen tot een passend strategieproces en strategie. Ik investeerde veel in professionele diepgaande verbindingen. Dit is geen bewuste keuze. Gaat als vanzelf. Mijn ‘human design’, zeg maar. Het is een kracht. De keerzijde is dat de leegte in mijn nieuwe fase wat groter is dan in een situatie van het beëindigen van oppervlakkige contacten.
Daar sta ik op perron 3 van Utrecht CS
Maandagavond in november. De bloemen lichtjes geklemd tegen mijn borst.
Ik ben nog dronken van alle zoetigheid. En tegelijkertijd ook in de war. Want tjonge jonge wat was dit een mooie opdracht. Een mooie opdracht dankzij de ambitieuze bestuurder, kundige managers en leergierige sociaal werkers; de intensieve samenwerking met hen; en de ruimte die ik kreeg om te doen waar ik goed ben: abstraheren, verbinden, structureren en creativiteit inbrengen.
Daar sta ik dan op perron 20 van Utrecht CS
Dinsdagochtend. Wachtend op de trein naar Participe.
Ze hebben me gevraagd nog een paar kleine klussen te doen.
Graag!
De tijd helpt me om me voor te bereiden op een nieuwe hechtingsfase met een nieuwe opdrachtgever.
Meer info over de transitiecirkel en de impact waneer je deze niet goed doorloopt, vind je bijvoorbeeld in het boek Laat je niet Gijzelen van George Kohlrieser.
De fraaie tekening van de transitiescirkel is van de hand van Caroline Perrée